De septemberverklaring voorziet 270 miljoen euro voor de sector kinderopvang. Om het capaciteitstekort aan te pakken (én de begroting op te smukken) wil de Vlaamse Regering de voorrangsregels voor toegang tot de opvang aanpassen. Het plan is om absolute voorrang te geven aan kinderen van gezinnen waar minimaal 4/5de gewerkt of opleiding gevolgd wordt. Dit zal het bestaande plaatstekort niet oplossen. De Vlaamse Regering focust met de nieuwe voorrangsregels op het verkeerde probleem.
Gelijkwaardigheid van de economische, pedagogische en sociale functie van kinderopvang
De voorrangsregels verscherpen richting 4/5de werkende ouders schendt elk van de drie functies die kinderopvang vervult. Deeltijds werken is niet altijd een keuze, maar zal met deze nieuwe regels sterk bemoeilijkt worden. Aangezien het hoofdzakelijk vrouwen zijn die deeltijds werken, worden zij de belangrijkste slachtoffers. Als werkgevers die vooral vrouwen tewerkstellen, vinden we dit een zorgwekkende evolutie. Kinderopvang is belangrijk voor de ondersteuning van kinderen in hun cognitieve en motorische ontwikkeling, taalverwerving, zelfstandigheid en noem maar op. Medewerkers in de kinderopvang zijn professionals die kinderen stimuleren in elk aspect van hun ontwikkeling en die ervoor opgeleid zijn om eventuele zorgen of problemen snel te detecteren. Kinderopvang is ook belangrijk voor het sociaal netwerk van gezinnen. Ouders ontmoeten er andere ouders, kunnen er terecht met hun vragen en twijfels. Ouders krijgen de kans om te participeren in de maatschappij omdat iemand anders tijdelijk de zorg voor hun kind opneemt.
Praktische implicaties
Naast de principiële tegenstand zien we als organisatoren kinderopvang ook praktische implicaties. Deze voorstellen zouden zorgen voor een zware administratieve last. Alle ouders moeten immers bevraagd worden over hun arbeidsritme of hun opleidingsregime om in de toekomst de juiste selectie te kunnen maken, het voorrangsbeleid en het huishoudelijk reglement moet worden aangepast etc. Deze administratieve ballast opleggen aan een sector die nu al zo zwaar onder druk staat is absoluut geen goed idee.
Gelijke rechten voor alle kinderen
Kwaliteitsvolle kinderopvang versterkt de toekomstkansen van alle kinderen die er gebruik van maken, los van de sociaaleconomische situatie waar hun ouders zich in bevinden, en dit tot ver in de lagere school en zelfs het secundair onderwijs. Daarom moet kinderopvang een basisvoorziening zijn, waar elk kind de voordelen van kan plukken. We stellen ons ernstige vragen bij het uitsluiten van kinderen van ouders die minder dan 4/5de werken. Zal dit trouwens de juridische toets van het gelijkheidsbeginsel doorstaan?
Organisatoren voelen zich gesterkt door het advies van de SERV
Als organisatoren sluiten we ons om bovenstaande redenen aan bij de expliciete oproep van de SERV om de bestaande voorrangsregels te behouden. Deze staan de opvang nu al toe om in grote mate voorrang te geven aan ouders die werken of opleiding volgen. Cijfers over het gebruik van opvang bevestigen dit, in 96% van de gevallen is het gebruik van kinderopvang gerelateerd aan werk of opleiding. Als organisatoren hebben wij bovendien voldoende beleidsvoerend vermogen om binnen de huidige richtlijnen de juiste prioriteiten te stellen. De nieuwe voorrangsregels bieden dan ook geen enkele meerwaarde.
Minister Crevits heeft de kans om samen met de Toekomstwerf Kinderopvang in de schoot van het Agentschap Opgroeien de fundamenten te leggen voor een kwaliteitsvolle toekomst voor de opvangsector. Absolute voorrang aan ouders die 4/5de werken past hier niet in!