Nieuwe voorrangsregels: Wie valt er uit de boot?

We zetten hier nog even op een rij wat er veranderd is.

De opvang moet voorrang geven aan gezinnen waarvoor kinderopvang noodzakelijk is om te werken of om een opleiding met het oog op werk te volgen. Er geldt absolute voorrang:

• voor gezinnen die in totaliteit gemiddeld 4/5de werken, 4/5de dagopleiding volgen met het oog op werk of 4/5de werken en dagopleiding met oog naar werk combineren.
• voor broertjes of zusjes die gelijktijdig naar de opvang gaan.
• voor pleegkinderen.

We leggen even verder uit wat de nieuwe voorrangsregel voor werk en opleiding betekent.

De nieuwe absolute voorrang betekent dat in een tweeoudergezin beide ouders minstens 4/5de werken of dagopleiding met oog naar werk volgen. Onder dagopleiding met het oog op werk wordt verstaan: intensief traject naar werk, intensief inburgeringstraject of een intensieve opleiding die leidt tot een onderwijskwalificatie.

Het volstaat niet dat één van beide ouders aan het criterium 4/5de of meer voldoet! Het gaat over het gezinsgemiddelde!

Wie valt er dus uit de boot op basis van deze regelgeving?

• Gezinnen waarin één of beide ouders voltijds of halftijds voor de kinderen wil zorgen
• Gezinnen waarin één of beide ouders een postnatale depressie doormaken en hierdoor thuis moeten blijven.
• Gezinnen waarin één van beide ouders in progressieve werkhervatting zit en minder dan 4/5de weer aan het werk is.
• Gezinnen waarin ouders voor een kind met een handicap zorgen en hierdoor niet 4/5de of voltijds werken.
• Gezinnen waarin ouders voor grootouders zorgen en hierdoor niet 4/5de of voltijds werken.
• Een kind van ouders die een opleiding volgen dat bijvoorbeeld slechts halftijds georganiseerd wordt, bijvoorbeeld een alfabetiseringscursus of een traject om Nederlands te leren.

De opvang mag wel afwijken van deze voorrangsregel voor maximum 10 procent van alle kinderen die op jaarbasis opgevangen worden. De afwijking mag enkel in het belang van het kind of door een gezondheids- of welzijnssituatie in het gezin. Pas op! Er is wel advies nodig van een instantie die met gezinnen werkt. Iemand buiten de opvang moet verklaren dat opvang voor een kind noodzakelijk is.

Hoe kunnen we ‘in belang van het kind’ begrijpen?

Is kwalitatieve kinderopvang niet in het belang van ELK kind, ongeacht de context waarin een kind opgroeit? Al jaren wordt geopperd dat kinderopvang drie belangrijke functies vervult: economische functie, pedagogische functie en de sociale functie.

Is het niet in het belang van ALLE kinderen dat zij gestimuleerd worden in hun motorische, cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling alsook hun taalvaardigheid?

Is het niet in het belang van ALLE kinderen dat hun ouders kansen krijgen, de kans om opleiding te volgen ongeacht de intensiteit van die opleiding, de kans om werk te zoeken, de kans om tot rust te komen omdat we nu eenmaal in een zeer veeleisende samenleving leven.

Kwaliteitsvolle kinderopvang versterkt de toekomstkansen van alle kinderen die er gebruik van maken, los van de sociaaleconomische situatie waar hun ouders zich in bevinden, en dit tot ver in de lagere school en zelfs het secundair onderwijs. Daarom vinden wij dat kinderopvang een basisvoorziening moet zijn, waar elk kind de voordelen van kan plukken.